- De Nederlandse economie krijgt er dit jaar 88.000 arbeidsplaatsen bij, zo verwacht uitkeringsinstantie UWV.
- Dat is fors minder dan vorig jaar: uit voorlopige cijfers blijkt dat er in 2023 ongeveer 127.000 banen zijn bijgekomen.
- Volgens het UWV vertraagt de banengroei onder meer vanwege de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt.
- Lees ook: Meer mannen én vrouwen zijn gaan werken, maar participatie van mannen blijft hoger
De werkgelegenheid in Nederland zal dit en volgend jaar maar beperkt groeien, verwacht het UWV in zijn arbeidsmarktprognose.
Volgens de uitkeringsinstantie komt dat doordat de economie snel is hersteld van de coronapandemie en door de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt in veel sectoren.
Het UWV voorspelt dat het aantal banen in 2024 met 0,8 procent groeit, dat zijn 88.000 arbeidsplaatsen. In 2025 komt de stijging uit op 0,7 procent, ofwel 85.000 banen.
De verwachte groei is lager dan de banenstijging in 2023. Voor dat jaar voorspelde het UWV een toename van zo’n 165.000 banen. Volgens een woordvoerster blijkt uit voorlopige cijfers dat dit aantal uiteindelijk 38.000 lager is.
De verwachtingen verschillen per sector. In de zorg en welzijn en specialistische zakelijke diensten stijgt het aantal banen volgens de instantie snel. In de landbouw, bouw, openbaar bestuur, industrie en vervoer en opslag stijgt het aantal nauwelijks en kan het zelfs dalen. In de uitzendbranche daalt het aantal banen dit jaar opnieuw en volgend jaar stijgt het weer.
Het aantal gewerkte uren zal in 2024 en 2025 volgens het UWV stijgen met 0,6 procent. Dat is een kleinere stijging dan het aantal banen en daardoor daalt het gemiddelde aantal uren per baan.
'Personeelstekorten blijven probleem, werkgevers moeten productiviteit verhogen'
Het aantal nieuwe vacatures zal in 2024 iets toenemen met 0,7 procent en in 2025 met 0,8 procent, aldus het UWV. Maar door personeelstekorten kunnen die niet altijd worden ingevuld.
Rob Witjes, hoofd arbeidsmarktinformatie van het UWV, stelt dat er nu twee en een half jaar meer vacatures dan werklozen zijn. "De spanning op de arbeidsmarkt is weliswaar iets afgenomen, maar we spreken nog steeds van een krappe arbeidsmarkt."
"Werkgevers zullen ook steeds meer moeten kijken naar maatregelen die niet per se leiden tot meer personeel, maar juist de arbeidsproductiviteit verhogen", zegt Witjes. Zo zetten de industrie en groothandel volgens hem volop in op automatisering en doet het vervoer en opslag dit ook steeds meer.
Ondernemers in bijvoorbeeld de horeca, zorg en welzijn en het onderwijs kunnen minder goed automatiseren. De uitkeringsinstantie vindt dat zij naar meer potentiële werknemers moeten kijken, zoals mensen met meer afstand tot de arbeidsmarkt. "De werkdruk in deze sectoren neemt toe door het gebrek aan personeel. Huidige werknemers moeten dit ondervangen en dat brengt ook complicaties met zich mee zoals hogere werkdruk, stress- en burn-outklachten", aldus het UWV.